Onderwijskundig onderzoek
Communities
Liesbeth Bijlsma
Mijn onderzoek richt zich op de rol van de sociale leeromgeving op kwaliteit van leren binnen het hoger onderwijs. Hierbinnen onderzoek ik verschillende manieren om de vorming van (informele) learning communities te stimuleren, welk effect deze hebben op de mate waarin studenten zich thuis voelen binnen de opleiding en hoe deze de studieprestaties beïnvloeden. Zo heb ik (ism Irma Meijerman) binnen het eerste jaar Farmacie onderzocht wat het effect is van onderwijsgroepen met een vaste samenstelling, en ben ik momenteel (ism Jet van der Zijden) bezig met een onderzoek naar de invloed van het nieuwe eerstejaars tutoraat, op de community vorming en de mate waarin eerstejaars zich thuis voelen.
Jet van der Zijden – communityvorming in het eerste jaar van de bachelor Farmacie: interacties binnen de BA100-groep en de mate waarin studenten zich thuis voelen
In het nieuwe curriculum dat in 2016-2017 van start is gegaan was een van de speerpunten dan het bevorderen van contacten tussen studenten en tussen studenten en docenten in kleinschalig onderwijs. Om de contacten tussen studenten onderling en studenten en docenten te verbeteren is de opzet van het tutoraat in jaar 1 van de bachelor veranderd. Het tutoraat is gekoppeld aan een cursus academische vaardigheden, waarbij studenten gedurende het hele jaar in een vaste groep zitten met een vaste docent; deze docent is tevens ook de tutor. Het doel van het onderzoek is te onderzoeken of studenten die in dezelfde BA100- groep zitten, elkaar en de docent beter leren kennen en zich daardoor beter thuis voelen in de opleiding. Met een aantal vragenlijsten wordt in kaart gebracht hoe goed eerstejaars studenten zich thuis voelen in de opleiding, hoe goed de contacten zijn tussen eerstejaars studenten onderling en tussen eerstejaars studenten en hun tutor en wat de rol van BA100 hierin is. De vragenlijsten zijn in periode 4 van het jaar 2017-2018 afgenomen en de resultaten worden momenteel uitgewerkt.
Motivatie en cognitieve ontwikkeling
Anneke van Houwelingen
Mijn onderzoek heeft betrekking op de motivatie van studenten waarbij ik probeer te onderzoeken in welke mate creativiteit een rol speelt bij de motivatie van studenten. Creativiteit binnen het onderwijs kan niet alleen de motivatie van studenten vergroten maar kan tevens bijdragen aan onderwijsdifferentiatie. Bij dit onderzoek maak ik gebruik van het MUSIC-model voor motivatie. Tevens ben ik geïnteresseerd in de cognitieve ontwikkeling van studenten (o.a. kennisovertuiging en eigenaarschap) binnen een curriculum. Door het afnemen van vragenlijsten wordt getracht de ontwikkeling van de studenten in kaart te brengen.
Docentontwikkeling
Irma Meijerman
Als Teaching Fellow van het Centre for Academic Teaching (CAT) hou ik mij bezig met docentontwikkeling, en dan specifiek het bevorderen van Scholarship of Teaching and Learning (SoTL)en het ondersteunen van docenten bij de uitvoering van SoTL-projecten. Ook bij farmaceutische wetenschappen ben ik actief betrokken bij de ontwikkeling van docenten, onder meer als voorzitter van de werkgroep docentontwikkeling. Mijn onderzoek richt zich daarom op docentontwikkeling waarbij verschillende vragen centraal staan, zoals: Wat zijn succes en faalfactoren van ontwikkeltrajecten voor docenten? Wat is het effect van docentontwikkeling op het gedrag en de onderwijskwaliteiten van docenten? Wat is het effect van docentontwikkeling op het leren van de studenten? Wat is de meerwaarde van communities van docenten bij docentontwikkeling?
Onderwijsdifferentiatie
Ferdi Engels
Met de opkomst van multi-en interdisciplinair onderwijs en internationalisering van curricula worden klassen steeds heterogener. De toename van culturele en academische diversiteit van studenten vraagt om een gedifferentieerde benadering van aanpak en aanbod van het onderwijs. ‘Teaching to the middle’, waarbij het onderwijs is gericht op de gemiddelde student, is verre van optimal. Ik ben geïnteresseerd in het ontwerp van curricula en onderwijs(methoden) die recht doen aan de diversiteit van studenten. Een tweetal benaderingen van onderwijsdifferentiatie wordt toegepast en onderzocht. Ten eerste wordt onderwijsmateriaal ontworpen en aangeboden op verschillende niveau’s. Op deze wijze kunnen studenten die de normale leerstof snel begrijpen zich laten uitdagen om extra verdieping of verbreding aan te brengen in hun curriculum. Studenten die meer moeite hebben met de normale leerstof krijgen extra oefenmateriaal. Een tweede benadering maakt gebruik van reciprocal peer tutoring (RPT), een vorm van onderwijs waarbij studenten met verschillende culturele en academiche achtergrond samen, in wederzijdse afhankelijkheid, leren. Het onderzoek vindt plaats binnen de opleidingen van Farmaceutische Wetenschappen.